Poffers

Een poffer was een kenmerkend onderdeel van de Noord-Brabantse klederdracht, met name in de Meijerij van s-Hertogenbosch. De poffer werd ‘s zondags en bij speciale gelegenheden gedragen door vrouwen. Het is een hoefijzervormige kunstbloemenkrans met linten die afhangen op de rug. Onder de poffer werd een witte muts en een zwarte ondermuts gedragen.

Het kostbaarste onderdeel van de combinatie muts/poffer was de muts. De was gemaakt van handgeborduurde tule op het hoofd en handgekloste kant helemaal rond de muts. Boven het voorhoofd was de kant geplooid. In 1910 kostte een muts 75 gulden en een poffer 25 gulden, en één enkele muts was niet voldoende want de mutsen werden vuil en werden dan door een mutsenmaakster uit elkaar gehaald, gewassen, gesteven en opnieuw geplooid.

De poffer beleefde in de periode  1870-1940 zijn bloeiperiode. Daarna raakte het kledingstuk geleidelijk in onbruik en omstreeks 1960 was deze dracht grotendeels verdwenen.

Foto’s gepubliceerd in maandbad d’n Hadeejer: